Ik hoef niet meer naar Zweden te emigreren, want Zweden is hier. Lyrisch kan ik worden van de weersomstandigheden die nu al een paar weken uit de lucht komen vallen. Een stralend zonnetje, een strak blauwe hemel en een lekkere frisse bries die ergens bij de Poolcirkel het licht heeft gezien. Het resultaat is van dat crispy zomerweer waar ze in Scandinavië patent op hebben. Zodra ik ’s ochtends wakker word, verdwijn ik naar buiten om te doen alsof ik de chocoladebruine labrador uit laat die de kleine big zo ernstig begeert maar tot de aanschaf waarvan wij vooralsnog niet overgaan. En ik kom pas weer binnen als ik van het dak waai waar ik een werkplek heb ingericht tussen de bloembakken en uit de wind.
Hoe lekker het weer ook is, ik ben niet de enige die ervan geniet. Alle kinderen uit de buurt schieten in de modus die zo kenmerkend is voor Nederlandse kinderen en lopen krijsend en gillend de hele dag buiten. Hun ouders doen het niet voor minder; zij voeren onderlinge conversaties over de schuttingen heen die te volgens zijn tot in de wijde omtrek. En ’s avonds lekker barbecuen!
Gillende kinderen en barbecues heb je misschien ook wel in Zweden, maar in elk geval heb je er geen last van omdat er nu eenmaal veel strekkende meters tussen jou en anderen in zitten. Plus een eland of wat, die ik helaas ook zelden hier in de straat signaleer. Wel spinnen met de omvang van een eland, waar komen die ellendige beesten toch vandaan? Dat de kleine big hier Chef Stofzuigen is, helpt niet mee. Hoeken en gaten laat zij voor wat ze zijn. ‘Want ik ben geen professionele schoonmaakster.’ En daar heeft ze een punt. Bovendien hanteert zij het motto: ‘Waar nooit mensen komen, wonen duivelse beesten.’ Volgens iedereen zijn spinnen nuttige wezens die insecten eten. Maar ik opteer voor de muggen. Dan wordt het hier tenminste echt een Zweedse zomer!