Blog

zenden

Het kon natuurlijk niet uitblijven met al dat sterke verhalengeschrijf achter een laptop, er ontwikkelde zich RSI in mijn rechterarm. Tegenwoordig heet het KANS (klachten arm, nek, schouder). Nieuwe naam, maar net zo ouderwets onaangenaam. Een zere rug, pijnlijke schouder, tintelende arm, dove vingers. De werkplekexpert wist er wel raad mee, net als de bureaustoelenspecialist en last but not least de Knijper hier ter stede, die met een mooi woord ‘fysiotherapeut’ heet. Oefeningen kreeg ik te doen. Voor achter mijn bureau, voor op de bank en voor in de auto. ‘Maar als je merkt dat je de vangrail in stuurt, moet je onmiddellijk ophouden.’ Hij kneedde de pijnlijke plekken dat het een aard had. Niet echt prettig of gezellig. Maar daar kwam ik dan ook niet voor.
Al dat sadistische geknijp had wel effect. Na een paar weken al boekte ik grote vooruitgang aan de rechterzijde. Maar plots deed zich hetzelfde dove gevoel ook voor aan de linkerkant. Heel normaal, zei de Knijper, zoiets gaat aan de wandel. Door overcompensatie of weet ik veel waardoor, maar feit is dat ik nu nog steeds onaangenaam getroffen ben door een vervelend verschijnsel dat ik schijnbaar zelf veroorzaak door een verkeerde houding te hebben.
De Knijper bestelt mij twee keer ’s weeks om acht uur ’s ochtends. Ik kan mooie verhalen ophangen over hoe morgenstond goud in de mond heeft, maar feit is dat ik een laat- en langslaper ben. Ik rol om vijf voor acht uit bed en ben dan precies om vijf over acht bij de knijppraktijk. De Knijper heeft er dan al een halve dag op zitten en begint ADHD-erig van alles in het algemeen uit te leggen over verdikte spieren in de schoudergordel en overbelaste sensoren. ‘Begrijp je?’, vraagt hij. ‘Ik ben net wakker’, klaag ik, en leg hem iets uit over het zender-ontvangermodel in de communicatie, het vakgebied waar ik in rondstruin. Als je wilt dat je boodschap aankomt, moet je je verdiepen in de ontvanger. En boodschap en middelen daarop aanpassen. ‘Begrijp je?’, vraag ik.
Hij is het er niet mee eens. Boodschappen die niet aankomen? Ligt niet aan hem. Maar later op die dag belt hij. ‘Kun je je ontvanger even aanzetten? Ik heb iets te zenden.’ Ik heb mijn juwelen op zijn bureau laten liggen. Die boodschap komt heel goed aan. Misschien omdat ik inmiddels wél wakker ben? Wat de zender-ontvangertheorie bevestigt. Kortom, wil je iets aan mij zenden wat ook beklijft? Wacht tot na de middag.

Lydiazenden