Na een fikse regenbui druppelt het wat na op de golfplaten overkapping van het terras. Met een beetje fantasie hoor ik muggen dreunend landen voor ze in de aanval gaan, hoed u voor de wurgmug. ’s Ochtends word ik wakker met een hap uit mijn hals, er is een kleine Dracula actief geweest, met zes pootjes. Wat me verbaast, is dat inlanders helemaal geen last schijnen te hebben van muggen. Of ze zijn er immuun voor, of ze klagen er niet over. Ik vermoed het laatste. Zweden zijn geen klagerig volk. Hun taal, die muzikaal en zangerig is, leent zich er niet voor. Verder zijn het super ontspannen mensen die de tijd hebben of tenminste de suggestie wekken dat ze de tijd hebben. Geen gekleef aan je bumper, geen assertief gedram in winkels of op straat en niet meteen de klep wagenwijd open als er iets niet helemaal zint. Het is een beschaafd volk en dat bevalt goed, vooral omdat wij zelf daarbij natuurlijk lekker uit de toon vallen 🙂
Het leuke van ergens een langer tijdje zijn, is dat je gaat zien hoe de hazen lopen in een gemeenschap. De dames die gedrieën op schilderles zitten, gaan ook gedrieën naar de winkel en naar de braderie. De jongen die door de week bij de bakker werkt, speelt op zondag viool bij de eerste communie -confirmatie heet dat hier- van een stel koters en de mensen die je overdag tegenkomt op de markt zitten ’s avonds naast je te eten. Het is een kleine, overzichtelijke wereld en daar pas ik prima in voor een tijdje.