Blog

Windmolenpark

In de nadagen van de zomer probeer ik het vakantiegevoel krampachtig vast te houden. De doos met schoolboeken die arriveert, schuif ik onder de bank. Ik ga de deur niet uit zonder een fles zonnebrandcrème en áls ik de deur uitga, loop ik op teenslippers. De eenjarige plantjes langs de oprijlaan die nu toch wat zieltogend staan te zijn, spreek ik bemoedigend toe. Mooie verhalen over zon en verre reizen. Pas gisteren drong tot me door dat ze gewoon water nodig hadden en vanochtend zag ik alweer wat leven in de helft van de bloembakken. Gele en blauwe blommekes die hun dorst gelest zagen en het vandaag, vooruit, nog wel even voor me willen proberen. De rest heeft het helemaal gehad met zichzelf, de zomer, mij, de wereld en hangt verslagen en verlopen over de rand van de bloembakken als een clochard na een paar flessen goedkope drank.
Een dagje fietsen zou me goed doen. Ik kondigde mijn komst aan bij familieleden, die heb je tenslotte voor zon- en feestdagen. En vakantie gaat over zon. En uiteindelijk ook over feest natuurlijk. We gingen fietsen door de streek waarin we geworteld zijn. Waar vroeger een bootje lag dat van ons was en waar nu een huisje staat dat van ons is. Of van de bank, het is maar hoe je het bekijkt. En praat me niet van ‘bank’ want in het huisje staat nu een nieuwe bank, ter vervanging van het oude doorzakmodel, die de gemoederen nogal bezig houdt. De een vindt ‘m te rood, de ander te groot maar allemaal vinden we ‘m eensgezind te duur maar toch hebben we ‘m ineens alsof het een verkoudheid is waar niemand iets aan doen kon en die we zomaar opgelopen hebben. Daar dus, waar het eten zoveel lekkerder smaakt dan thuis. Waar ik de telefoon niet opneem, waar zelfs geen telefoon is behalve mijn mobiel die ik dan lekker uit zet. Waar mensen de tijd hebben omdat ze ook op vakantie zijn en dat moet ook, want bruggen staan er altijd open. Waar zeilboten door het landschap glijden en reeën tussen het wuivende riet haasje over doen. Waar je tegen de wind in nergens komt op de fiets. Tenzij je elektrisch fietst natuurlijk, en dat doen ze, want ze zijn al wat ouder.
Met de tong op mijn schoenen kwam ik terug van het rondje Jonen. Zij stapten fris en fruitig van de fiets. Dat is nog een hele kunst want als je niet uitkijkt, gaat zo’n fiets ook zonder jou weg. Onderweg zoefde het landschap voorbij terwijl ik moeite deed in hun achterwielen te blijven hangen. Twee elektrische fietsen maken samen het geluid van een windmolenpark. Je zou denken dat een windmolenpark geen geluid maakt, maar ga er eens naast staan, zou ik zeggen. Of tussen fietsen. ‘‘We’ hebben hard gefietst’, zeiden ze bij terugkomst. En dat was zo, ik heb getrapt voor drie, de rest had een buitenboordmotor.
Het is geen vechten tegen windmolens, dat is uit de literatuur bekend. Ik denk dat ik ook een elektrische fiets neem. If you can’t beat them, join them!

LydiaWindmolenpark