Blog

Voorbij

Een substantieel deel van mijn volwassen leven heb ik doorgebracht in het regelmatige gezelschap van een club mannen, variërend van drie tot vijf stuks, met wie ik muziek mocht maken. In 2004 gingen we van start met onze band, die na een tijdje toch een naam moest hebben. Dat werd Zo Watt, met de Z van Zwolle en dubbel t, om onze dwarsigheid mee aan te geven. Een dik decenniumlang brachten we menig dinsdagavond door in een oefenruimte. We speelden een poos bij de drummer op zolder. Dat kon best. Inmiddels staat zijn huis in een woonwijk, maar toen het net gebouwd was, stond het vrijwel alleen middenin de desolate vlakte die Stadshagen toen was. In de verte zag ik een paar wagons over het Kamperlijntje boemelen. Eromheen was niks.
Lang speelden we ook op de Zwolse gemeentewerf, op een industrieterrein. We konden er lawaai maken zoveel we wilden, na kantoortijd was er geen hond in de buurt. Op de grond lag laminaat, met een gezandstraalde topcoat of zoiets. Jarenlang lag er na afloop van onze repetitie een berg zand op de vloer, altijd bij mijn voeten. Muziek maken is blijkbaar een zanderige bezigheid. En een dorstige bezigheid is het ook; er is een immense hoeveelheid bier doorheen gegaan in al die tijd. Niet dankzij mij, overigens, ik ben van het fris. Wonderbaarlijk bleef dat ze – de mannen – het meebrengen van de flessenopener nooit structureel belegden. Ook namen ze vrijwel nooit hun toevlucht tot blikjes met een treklip. Elke keer dezelfde vraag: ‘Wie heeft er een flessenopener?’
Spelen met de band was mooi en zo in het zicht van ons koperen jubileum besloten we dat het ook wel mooi geweest was. Dus we zijn op gepaste wijze afgezwaaid, met een afscheidsoptreden in een Zwolse kroeg. Iedereen was erbij, of had er graag bij willen zijn. En op het podium speelden wij onze eigen en andermans oude hits tot in de vroege uurtjes.
We zijn niet met ruzie uit elkaar, we gaan vast nog wel eens een memorialtour doen. Maar voorlopig gaan we elk ons weegs. Naar Friesland, naar Frankrijk en naar andere oorden waar we wonen overdag of landen in de nacht, ver van waar de IJssel stroomt.
Ik ga ze missen, die mannen. Ik heb veel plezier met ze gehad en veel van ze geleerd. Over bluesschema’s en riffjes, over samenwerking, over de dynamiek in een band, over hoe goed de Stones-nummers eigenlijk in elkaar zitten. En over hoe mannen onderling hun dingetjes oplossen: harde maar duidelijke woorden en daarna nemen ze een biertje op de goede afloop, no hard feelings. Leerzaam.
Ik neem er ook een op de goede afloop. Een glaasje fris. Cheers!

LydiaVoorbij