Blog

Vliegende vis

De zachte winter was een weldaad. Genoten heb ik ervan dat het kwik nauwelijks onder het vriespunt kwam en dat we in februari al buiten konden zitten. Nu kun je natuurlijk altijd wel buiten zitten, ijsberen zitten ook altijd buiten. Maar ik bedoel: buiten zitten zonder jas. Nadelen kon ik niet ontdekken aan deze tropische winter. Ik had natuurlijk wel het vermoeden dat het voor ongure types als insecten beter was dat er een fikse vorstperiode kwam die aan hun ellendige leven een einde maakte, maar het was net als met autoreclames: ‘geniet nu, betaal later’. Nou, genoten hebben we.
En dan is het nu payback time. Tijd om de rekening te vereffenen. Die rekening is gekomen in de vorm van fruitvliegjes. Hele hordes heb ik er in huis. Het begon al in maart. Toen dacht ik nog: ‘Hé, een fruitvlieg’ en ik sprak woorden van gelijke strekking tegen de kleine big. Nu spreek ik liefst zo min mogelijk in huis want als ik mijn mond open doe, zuig ik de vliegen naar binnen die in massa’s rond mijn hoofd cirkelen. De zelfgemaakte vallen van frambozenazijn en huishoudplastic-met-gaatjes hebben wel zin, maar de aanwas is vele malen groter dan de afvoer. Het beste kun je alles achterlaten in huis en zelf buiten gaan wonen.
Wat me opvalt, is dat die beesten zo ontzettend groot zijn. Van fruitvliegjes is helemaal geen sprake, het zijn volwassen fruitvliegen zonder ‘jes’. Uit de kluiten gewassen exemplaren die Bambix hebben gehad van hun moeders en monsterachtige proporties bereiken. Het erge is: ik word niet geloofd. ‘Jij overdrijft altijd zo’, mopperde vriend K. deze week. ‘Jij hebt ook zúlke spinnen’ – en hij hield zijn armen een meter uit elkaar. En het is waar, ik héb zulke spinnen en ik heb óók zulke fruitvliegen.
Aan poes heb je niks in dit soort omstandigheden. Zij ligt te knorren in de zon en is niet van plan achter fruitvliegen aan te jagen. Ze droomt van vis en komt alleen in beweging bij het droge knap-geluid dat weerklinkt als je het lipje van een conservenblik lostrekt. Misschien is dat wel een mooie uitdaging voor mensen die graag in laboratoria knutselen met levend materiaal: fruitvliegen genetisch zo manipuleren dat ze het geluid maken van een conservenblik. Een geweldige uitvinding lijkt me dat, te vergelijken met de komst van de auto of de penicilline. Ik denk dat poes dan wel in beweging komt, in volle vaart achter de vliegende vis aan.

LydiaVliegende vis