Ik sta in de vakantiemodus. Dat is een gevaarlijke status, want de drie weken vrij die ik mijzelf dit jaar uit de bedrijfsreserves gun, zijn nog ver weg. Er moeten nog heel wat stukjes getikt worden, maar vandaag even niet. Want vandaag ging eindelijk de zon weer even schijnen na wekenlange stortbuien waardoor een mens zich zo zoetjes aan toch ging afvragen of ze in de hemel misschien vergeten hadden de kraan dicht te draaien.
Half Nederland is verregend op de camping en de helft die nu nog werkt hoopt dat het bij het aanbreken van de vakantie beter is. Ik ook. Beter in de zin van: droog en dan ietsje warmer. Want bij een niet al te hoge temperatuur heb ik het goed. Bij Scandinavisch weer, zeg maar. ‘Jij bent een lentemens’, constateert de kleine big. ‘Je houdt van lammetjes en van lekker weer maar niet van hitte.’ Zichzelf classificeert ze als wintertype: ‘Omdat ik het lekker vind om met een kruik in bed te slapen.’ Het was bijna nodig, die kruik, want de afgelopen week was het herfst. ’s Avonds behaaglijk de kachel aan en niet al te veel naar buiten. Dat vonden alle spinnen in de wijde omtrek ook. Hup, gauw naar binnen. Met als gevolg dat achter de gordijnen alweer een reservaat ontstaan is van volgevreten achtpotige engerds.
Vakantie is het nog niet, maar feest is het wel. Want de kleine big heeft een fijn rapport mee naar huis gebracht. Lucratieve handel zo’n rapport, want ermee collecteren bij de hele familie levert nog aardig wat op. Misschien helpt het en krijgt ze de smaak te pakken. En staat ze doorheen het volgende schooljaar (mooie Vlaamse constructie, nietwaar?) net een tandje minder in de vakantiemodus.