En toen was Stieg Larsson uit. Waren ze uit, moet ik zeggen, want Stieg kwam in drie delen. Alles wat goed is, komt in drieën, zeggen ze. In dit geval wel, inderdaad. Ik heb geprobeerd om er zo lang mogelijk over te doen, over die om en nabij tweeduizend bladzijden. Dat viel zwaar, want de neiging was er om maar door en maar door te lezen. Ken je dat, het niet kunnen stoppen als je in een verhaal zit? Dat het bijna een verslaving wordt en je je voortdurend opgejaagd voelt omdat je door móet lezen? Voorzover je het nog niet begrepen had: zo was het tussen Stieg en mij. Het was zó erg dat ik mezelf op rantsoen zette: niet meer dan zoveel pagina’s per dag als medicijn. Een soort woordinfuus. Dat was afzien, maar het had als voordeel dat ik er lekker lang over deed, over al die delen.
Nu zijn ze uit en ben ik in een gat gevallen. Gelukkig ga ik morgen een bezinningsweekje in, dan kan ik mooi afkicken van Stieg. En van andere spoken ook, trouwens. In de boekenkast vond ik een ongelezen Nicci French, hoe is het mogelijk. Dat krijg je als je zó van de boeken bent dat je er bij voorkeur tig door elkaar heen leest. Dan weet je op een gegeven moment niet meer wat je allemaal in de kast hebt staan. Schatzoeken in je eigen huis levert leuke dingen op. ‘Wat heb je eigenlijk nog voor dromen voor de komende tien jaar?’, vroeg vriendin Karin vandaag. Tsja, het wordt misschien ook wel tijd voor wat schatzoekerij in eigen hart. Veel werk aan de winkel dus, de komende week. Ik kom eraan, Terschelling!