‘Ik heb je blogs even gelezen, nu weet ik weer waar je mee bezig bent’, sprak een dierbare vriend deze week tussen twee happen brood door. Ik schrok me wezenloos. Wat schrijf ik eigenlijk zoal allemaal voor onzin in die blogs? Het is een gewoonte geworden om elke week even een stukkie te tikken, maar ik sta er nooit bij stil dat honderden mensen – zo blijkt uit het tellertje dat stiekem aan de achterkant van mijn site hangt – het lezen. Maar goed ook, op gekuisde blogs zit natuurlijk niemand te wachten.
Ik zou willen dat wat meer mensen een blog bijhielden. Het lijkt me erg praktisch om wekelijks een doorsnee te krijgen van wat er bijvoorbeeld omgaat in het hoofd van de kleine big. Niet veel, getuige haar rapportcijfers, waar niet veel leven meer inzat.
Om het nieuwe schooljaar fris te beginnen, heb ik haar kamer uitgemest. Je wilt niet weten wat er tevoorschijn kwam, twee vuilniszakken vol troep heb ik afgevoerd en in de servieskast zijn ineens de ontbrekende stukken weer aangevuld. ‘Troep in je kamer is troep in je hoofd’, heb ik haar uitgelegd. Daar moest ze heel, heel hard om lachen. En inderdaad, twee dagen later heb ik de eerste berg sokken alweer gesignaleerd.
Over een paar dagen reizen we noordwaarts, waar ik een weekje voor de klas ga staan. De voorbereidingen zijn klaar, de cursisten hebben zich aangemeld, de zorgen voor huis en tuin zijn uitbesteed en voor de deur staat een knaloranje auto te trappelen van ongeduld. Met een kofferbak vol troep.