Op het Plaza Mayor in Madrid is het goed toeven. Auto’s zijn er niet, wel hordes voetgangers naar wie je leuk kunt kijken vanaf één van de talloze terrassen die er wél zijn. Mensen kijken is toch altijd een hele mooie bezigheid, ’s werelds rariteitenkabinet komt vanzelf langs als je een uurtje geduldig gaat zitten in de buitenlucht. Onder de Spaanse zon op een Spaans terras, in dit geval. Met een tafel vol Spaanse tapas ter versterking van de inwendige mens.
De Hollander die met vakantie is, pik je er zo uit. Luidruchtig, erg aanwezig, klieren van kinderen in zijn kielzog. Vanaf ons terras aan de Plaza Mayor hebben we meteen prijs. Een man met een bermuda met gillend grote ruiten, een wijd soepshirt erop, bootschoenen eronder en een semi-artistieke grote bril in een opzichtige kleur. Zodat je denkt: die is ergens onderdoor gelopen en toen is die bril naar beneden gekomen en die is daar toen blijven zitten. Op dat hoofd. Erachteraan loopt moeders met een tassie. Ze lopen het plein rond en nog een keer en overal vergelijken ze de prijzen, zoals echte Hollanders dat doen.
De Spaanse terrassen staan vol met Spaanse parasols. Die fungeren als een soort omgekeerde terrasverwarming. Elke zoveel seconden stoten ze een shot waterdamp uit, bedoeld als verkoelende nevel. De kleine big heeft het daar niet zo op en we verhuizen keer op keer van tafel om de uitgesproeide frisheid te ontlopen. Ze trekt er een vies gezicht bij: ‘Die nevel stinkt naar de voet van een ouwe vent die net uit het zwembad is gekomen’, vat ze de geur samen van zwetende overjarige kaas die boven onze hoofden wordt uitgestort.
Haar eetlust bederft het niet. Ze eet zich als een havenarbeider een weg door de schalen met lekkers. Een beetje van dit en een beetje van dat, alles bij elkaar een hele hoop voedsel. Nasmakkend verklaart ze dat ze ‘bomvol’ zit. Gelukkig, dan kunnen we ons verder wijden aan de toeristische hoogtepunten zonder rammelende maag op de achtergrond. Maar het eten zakt snel. We zijn het plein nog niet af of ze ziet ergens een pizza schuiven. ‘Als ik die pizza zie, krijg ik er nog zin in ook’, meldt ze. Bodemloos, zo’n puber. Zo slepen we ons van terras naar terras naar terras. Zwaar hoor.