Nadat iedereen iets gevonden heeft van de foute wissel van onze Sven in Vancouver en zij hun meningen ook breed geëtaleerd hebben in columns, besprekingen, nabeschouwingen en noem het maar op, zal ik er ook nog even over bloggen. Een mens kan toch niet achter blijven bij actualiteiten die zo nijpend zijn dat een hele natie erdoor van slag raakt. Het is zo’n gebeurtenis waarvan je járen later nog weet waar je was toen je hoorde dat… Net als met de moord op Kennedy, om maar iets te noemen dat –afgemeten aan de dramatische reactie van Wennemars- ongeveer in dezelfde categorie valt.
Op het moment suprême was ik aan het repeteren met mijn bandje. De 18e maart en ons optreden in de schouwburg van Deventer komen rap naderbij, dus er is werk aan de winkel. De drummer, een Fries en oud-deelnemer aan de Elfstedentocht, was wat afgeleid. Vooral toen bleek dat in de hele repetitieruimte geen tv te vinden was. Hij heeft zes keer naar huis gebeld die avond om te horen hoe de concurrentie het deed. Gelukkig had iemand een radio bij de hand en konden we even afstemmen op 1 tegen de tijd dat Svennie aan de beurt was. Het was erg stil daarna in de repetitieruimte.
Later thuis nog honderd nabeschouwingen gezien en slecht geslapen. Dromend van het huppeltje van Sven waarmee hij de verkeerde baan opging, werd ik zwetend wakker. Wat een nachtmerrie. Totdat ik de volgende dag schaatser en coach gebroederlijk op tv zag. Zij stonden de pers te woord en richtten zich eensgezind tot het volk. Geen wrok, geen haatdragendheid. Wel jammer natuurlijk, maar de medaille is in Zuid-Korea, dat was dat, en nu gingen ze gewoon samen verder.
Fouten maken mag, ook als je schaatscoach bent van misschien wel het grootste talent op ijzers dat we ooit gehad hebben in dit land. En het mag zelfs als het hele land daar buikpijn van krijgt. Wat ik zag op tv was een jonge schaatser die toch geen langebaanmachine bleek, maar gewoon een mens, in staat om met teleurstellingen om te gaan. En daardoor nog een beetje meer een held werd dan hij al was.