Blog

Spin

Vrijdagochtend stierde ik in alle vroegte de deur uit in grote haast. Beladen met een tas vol beschuiten, want er is weer een zusje geboren en de kleine big viert graag alle ‘live events’ groots met haar klasgenoten. Moeders houdt ook van lekkere hapjes en is een groot voorstander van vreugde delen, dus die staat graag een half uur eerder op om 36 beschuiten van een laagje roomboter en roze muisjes te voorzien. Er daalde iets op mijn hoofd neer nog voor ik het tuinhek bereikt had. Een hele grote spin, die een leuk webje had gewoven in de tijd dat een normaal mens van een welverdiende nachtrust geniet.
Gelukkig kwam spin er vlot achter dat hij niet bij mij moest wezen, gebruikte mijn neus als trampoline en verschanste zich in de rozenstruik. Ondertussen gebaarde ik, het spinrag uit mijn ogen vegend, naar de big dat er een bezem moest komen. Maar aan haar heb je verder niks bij calamiteiten als deze, ik was op mezelf aangewezen. Vanachter de potdichte, veilige voordeur riep ze heldhaftig en luidkeels aanwijzingen. Die waren voor mij bedoeld, maar de hele buurt kreeg ze mee. Het eindresultaat van mijn Don Quichot-achtige exercitie richting rozenstruik was dat spin weg was en big niet blij. ‘Had ‘m laten zitten’, tetterde ze door de straat. ‘Net wist ik waar ‘ie zat, nu kan ‘ie overal zijn.’
Soms zou een man toch zo ontzettend handig zijn. Om al die dingen te volbrengen waar ik absoluut niet op gebouwd ben. Zoals de jacht op spinnen.

LydiaSpin