De weg tussen Zwolle en Deventer of omgekeerd ligt bezaaid met huissleutels. Zonder adreslabel weliswaar, maar wie er één vindt, kan ‘m gerust proberen op onze voordeur. Hij zal waarschijnlijk wel passen. De kleine big heeft namelijk een hoop aan haar hoofd. Vrienden, vriendinnen, nieuwe kleding (want ze heeft nooit iets om aan te trekken), alle sociale netwerken van de hele wereld, tv-programma’s die nergens over gaan en tot slot de bevoorrading van het kluisje op school met onbederfelijke etenswaar en het in de pauze tegen woekerwinsten weer verkopen ervan aan medescholieren. Ze heeft ook heel veel niet aan haar hoofd. Zoals huiswerk maken, luisteren naar het onderwijzend personeel en op haar sleutels passen.
De schoenmaker waar wij telkenmale de verloren sleutels laten bijmaken kan van de nettowinst daarop inmiddels een huis laten zetten op een eiland met palmbomen, wit zand en veel zon. Zelf is hij helemaal niet zo zonnig. Hij begint te zuchten als hij ons ziet. Ik denk dat wij hem tot waanzin drijven door zijn ambachtelijke product steeds maar weer aan de straatstenen kwijt te raken.
Ze doet echt wel haar best, maar de kleine big is niet in de wieg gelegd om op spullen te passen die ze beslist niet kwijt moet raken. Met spullen die een ander beslist niet kwijt moet raken, is ze trouwens wel goed. De meest onverwachte dingen waar elders mensen zich vermoedelijk gek naar zoeken, diep ik op uit die grote rugzak die ze met zich meesleept. Oogst van deze week: een blik super afbijtmiddel van Alabastine, een rekening voor lakplamuur en een stuk taart in een doosje. Maar geen sleutels.