Blog

Slacht

Het is genetisch bepaald dat mannen maar een ding tegelijk kunnen. In de steentijd, toen we onder primitieve omstandigheden door de dagen heen rolden, moest er natuurlijk ook wel eens gegeten worden. Daar zorgden de mannen voor. Ze gingen met z’n allen op jacht. Mammoetjacht. Contactlenzen waren er niet in die tijd en dat was ook niet erg. De mammoet was een niet te missen gevaarte. Had je ‘m eenmaal op je netvlies, dan was duidelijk wat je moest doen als man: erachteraan. Als één man ging de meute af op die ene mammoet. Gefocust, zeg maar. Daar plukken mannen nu nog steeds de vruchten van, want ze kunnen nog steeds heel goed gefocust zijn op een ding. Hun hedendaagse mammoeten. Eenmaal gevangen, moest de mammoet natuurlijk geslacht worden en in mootjes op het kampvuur. Ook een typisch mannenklusje – en de reden dat mannen vandaag de dag nog erg graag barbecueën.
Terwijl de mannen op pad waren, bleven de vrouwen thuis. Ze sopten de grot en zochten naar besjes in het veen. Voor een beetje compote (‘mammoet op een bedje van compote’) waren veel besjes nodig. Daarom kunnen vrouwen nu nog steeds heel goed heel veel tegelijk. Ze zijn nog elke dag met besjes bezig.
Ik denk dat ik, had ik in de steentijd geleefd, heel graag mee was gegaan op mammoetjacht. Zoals ik nu, wachtend voor het stoplicht, ook heel graag met Het Pak in de Audi naast mij meet wie het snelste weg is als het groen wordt. Maar ik vrees dat ik was afgehaakt tegen de tijd dat er geslacht moest worden. Want daar ben ik niet van. Vlees eten is aan mij niet besteed en vlees bereiden ook niet, zoals het vriendje van de kleine big inmiddels weet. Hij krijgt alleen maar groente naar binnen als er vlees naast ligt. Dus bak ik voor hem hamburgers met de textuur van schoenzool. Ik denk dat hij nog eens gaat smeken om vegetarisch eten.
Niet alleen het slachten van beesten is niks voor mij, ook voor het slachten van fruit ben ik niet in de wieg gelegd. Weet ik sinds ik een bloedbad heb aangericht bij het soldaat maken van een verse ananas die naar mij grijnsde in de winkel. ‘Jou zal ik hebben’, dacht ik, en ik had ‘m. Maar je moet niet vragen hoe. De ananas is een weerbarstig wezen, de mammoet onder de vruchten. ‘Product of Costa Rica’, stond op het label dat aan zijn pruik hing. Eerst heb ik ‘m onthoofd en daarna gevild, ontdaan van alle harde plekken en daarbij bijna mijn duim afgezaagd, het scheelde een haar. Wat een slagveld. De ananas zit nu tegen het plafond in de keuken en wat we niet opgegeten hebben, ligt gefragmenteerd in de groenbak.
En zo blijkt maar weer: vrouwen zijn genetisch niet geprogrammeerd om te slachten. Er zit niks anders op: morgen eet ik weer besjes.

LydiaSlacht