Binnenkort is het Kerst. Je weet wel, die twee dagen in het jaar waarop iedereen verplicht heel gelukkig en blij moet zijn en zich, omringd door vrienden en familie, dagenlang ongans moet eten aan overvloedig opgediste spijs waarvan je op voorhand al kunt stellen dat het te veul en te vet is. Light kerstdiners hebben ze alleen in Ethiopië. De grootgrutter waar ik graag kom, doet er alles aan mij al vroegtijdig in de stemming te brengen. Ik moet zeggen: dat lukt aardig. Alles waarvan je nog nooit gehoord hebt maar wat je beslist nodig hebt met Kerst ligt torenhoog opgestapeld in de schappen. Het ene nog mooier verpakt dan het andere en allemaal gillend lekker, dat zie je zo. Van de potjes met bijzondere tapenades tot de Engelse cakejes. Als het niet zo goed verpakt zat, zou ik van alles stiekem een hapje nemen.
Klap op de vuurpijl is de Kersthagel. Megagrote hagelslagkorrels met ‘funnies’ in de vorm van Santa (rood) en Rudolph (groen). Eigenlijk eet ik alleen maar puur van De Ruijter, maar voor deze slagjes maak ik graag een uitzondering. Zeg maar ‘slagen’, trouwens. Ze zijn dik, romig en natuurlijk mierzoet. En ze hebben veel grip op het brood. In een bergje op een boterham blijven ze goed liggen. Om de funnies uit het pak te krijgen, moet je wel heel goed schudden. En dan nog is de oogst beperkt. Na één boterham met Xtra grote hagelslag, neem je dus nóg een boterham met Xtra grote hagelslag.
De kleine big ging vrijdag haar derde ziektedag in. Te ziek om naar school te gaan, maar fit genoeg om funnies uit het pak te hengelen. Zo constateerde ik toen ik na gedane zaken huiswaarts keerde. Daar staat nu een pak Xtra grote hagelslag met funnies in de kast. Maar dan zonder funnies.