Blog

plank

De meivakantie hebben de kleine big en ik doorgebracht in diverse hotelkamers, tripje hierheen en tripje daarheen. Wat ons altijd opvalt, is dat de gemiddelde hotelkamer is ingericht op dwergen. Het tweede wat in het oog springt, is dat badkamers gemaakt lijken te zijn door mensen die ze zelf nooit gebruiken. Met halfbakken, half hoge en aan alle kanten lekke wandjes op een badrand die moeten voorkomen dat de hele badkamer nat wordt tijdens het douchen. Tevergeefs, natuurlijk. Want werken die wandjes wellicht bij dwergen, of bij mensen die op hun knieën onder de douche kruipen, bij ons werken ze niet.
Wij schuiven de douchekop wat hoger aan de stang als we eronder gaan staan. Anders passen we er namelijk niet onder en worden we slechts vanaf ons middel nat. Maar als we klaar zijn met douchen, staat wel de hele vloer blank. Met een beetje pech is er geen goede drempel tussen douche en kamer, zodat je soppend over de kletsnatte vloerbedekking de kamer inloopt. Wie bedenkt zoiets? Dan denk je toch niet na? Of je referentiekader houdt op bij anderhalve meter hoogte. Dat alleen een man die constructie gemaakt kan hebben, staat buiten kuif. Niet alleen omdat er nu eenmaal nog niet zoveel vrouwen in de badkamerklussector werken, maar ook omdat een vrouw tevoren zou denken: ‘Okee, ik moet die badkamer ook schoonmaken, dus wat is er handig?’ En inderdaad: halfbakken wandjes zijn dan niet handig.
Het laatste hotel waarin we sliepen had niet alleen een halfbakken wandje in de badkamer, maar ook een niet functionerende glazen plank boven het kofferrekje, reuze handig ingebouwd in een kast op voorhoofdshoogte. Dusdanig dat je ‘m net niet zag maar er wel steeds met je kop keihard tegenaan knalde. Heel vervelend voor de hotelgast. Tenzij dat een dwerg is natuurlijk, die heeft helemaal geen last van die plank.
Het vervelende van hotels met halfbakken wandjes en plankjes is dat ze wel volwassen prijzen rekenen voor hun niet-functionerende zooi. Daarmee slaan ze de plank mis. En dat ze daarmee ook nog weg komen, plaagt me. Zelf lever ik daar natuurlijk ook een bijdrage aan door de creditcard te trekken en een riante prijs af te rekenen bij vertrek – al vul ik wel altijd het evaluatieformulier in waarop ik begin over halfbakken wandjes, natte vloeren en idiote planken. Maar ik heb het omslagpunt bereikt van wat ik nog leuk vind en wat niet meer. En ik vind het niet meer leuk. Dus ik houd ermee op. In het vervolg willen wij niet alleen goed slapen, maar ook goedkoop. En tref ik dan toevallig een halfbakken wandje aan, dan denk ik: ‘Wat wil je ook, voor die prijs?’

Lydiaplank