Blog

Muziekjuf

Ineens was ik terug in mijn jonge jaren. Ik zal een jaar of zes geweest zijn toen ‘ze’ me voor het eerst afleverden bij muziekles. Ergens in het bos nabij onze Veluwse woonst rees een ontzagwekkend bouwsel omhoog tussen de bomen. Een Zweinsteinachtig bouwwerk dat vooral in het maanlicht onheilspellend gromde. Aan de zijkant liep een overwoekerd paadje naar het huis van Hans en Grietje. Aan de overkant van de plas zou je het een ‘cottage’ noemen. Naast Zweinstein viel het in het niet. Scheefgezakt door de begroeiing die zwaar op het dak drukte, in een tijd dat we van sedumdaken nog nooit gehoord hadden. Spinnenwebben in de raamkozijnen.
Langs het paadje stond een arsenaal bezems opgesteld. Het wagenpark, begreep ik later. Want in het kleine huisje woonden Hans en Grietje niet. De deur werd opengedaan door de zus van juf Bulstronk, olympisch kampioen kogelstoten-met-kinderen. Net zo’n type, maar dan de graatmagere versie. Een knot op d’r hoofd. Een dikke laag oudroze lippenstift op spierdunne lippen in een oud maar strak want niet door lachrimpels aangetast gezicht. En ik ging als Mathilda naar binnen met de boekjes Harmonium deel 1 en Eenvoudige muziekleer onder mijn arm in een plastic tasje.
Van mevrouw Jacobs, zo heette de heks, kreeg ik nachtmerries. Ze deinsde er niet voor terug met een lineaal de maat te slaan en daarbij semi-per ongeluk mijn vingers te raken. Klets! Het lot was mij gunstig gezind, want het orgel ging vlot stuk. In het kielzog van de piano die vervolgens kwam, doemde ook nieuw onderwijzend personeel op. Wat er van juf Jacobs geworden is, weet ik niet. Ze zit vast nog ergens onder de rook van Zweinstein op een zolder achter een spinnenwiel.
Ik denk gelukkig nooit meer aan die vrouw. Tot ik deze week bij pianoles zat. Om de muzikale vaardigheden een béétje bij te houden heb ik een knipkaart gekocht voor les bij Muzemarie. Als ik zin heb, maak ik een afspraak met haar, oefen een stuk, speel het enigszins beschroomd voor, krijg commentaar, oefen verder en krijg meer commentaar. Fouten maken, gecorrigeerd worden en vooral flink oefenen, dat is waar het in de basis op neerkomt bij pianoles. ‘Ik loop even naar de gang om dit stuk te kopiëren’, zei ze, en liet mij helemaal alleen achter bij de vleugel. Ik speelde onderwijl een deuntje, foutje hier, foutje daar. ‘Ik hoor alles!’, hoorde ik dreigend vanaf de gang. Mevrouw Jacobs?
Bij het weggaan struikelde ik over een bezem.

LydiaMuziekjuf