Dezer weken staan in het teken van de mantelzorg. Niet dat ik me daarmee bezighoud, anders dan door af en toe een boodschap te doen voor mijn bejaarde mama of door haar financiën te behartigen, maar ik schrijf erover. Een opdrachtgever heeft mij ingehuurd om artikeltjes te schrijven over mantelzorg om het besef van wat het is aan te wakkeren, vrijwilligers op ideeën te brengen en mantelzorgers te wijzen op ondersteuningsmogelijkheden die er zijn. Zo praat ik met mantelzorgers, met degene die mantelzorg krijgt, met de wethouder, de beleidsmedewerkers en de familie die van een afstand toekijkt en soms bijspringt. Over mantelzorg had ik hiervoor nooit erg nagedacht. Bij ‘mantelzorgers’ dacht ik eerder aan de personen die in de vestibule van het theater voor mijn jas zorgen tijdens de voorstelling dan aan mensen die langdurig zonder er iets voor terug te verwachten meer dan 8 uur per week zorgen voor iemand die van hen afhankelijk is. Want dat is ongeveer de definitie van mantelzorg. Maar sinds ik me erin verdiep, gaat er een wereld voor me open. Hoor ik over kinderen van 6 jaar die voor hun verslaafde ouder moeten zorgen, over kinderen van 50 jaar die hun baan op moeten zeggen om voor hun oude moeder te zorgen en over oude mensen die hun partner dement zien worden en geestelijk vertrekken terwijl zij achterblijven met het lijf waar ze dag in, dag uit achteraan moeten lopen. En het verlenen van die mantelzorg, dat vinden ze dan zelf ook nog vanzelfsprekend. Ik vind het nogal wat. En als ik al die verhalen hoor, dan besef ik één ding heel goed: dat ik eigenlijk maar bijzonder weinig problemen heb. Verder besef ik nog iets: dat ik een rijk leven heb omdat ik zomaar zulke bijzondere mensen tegenkom die hun verhalen aan mij willen vertellen. Aan mij de eer om die verhalen door te vertellen.
Komende week is de Dag van de Mantelzorg, op 10 november. Ik ben daarbij en zal zorgen voor een fraaie verslaglegging van de major events en voor wat mooie quotes. Dat is dan mijn kleine, bescheiden bijdrage aan het geheel. Opdat niemand bij ‘mantelzorg’ nog aan een kapstok denkt.