Blog

Klaagliedjes

Boeken lezen vind ik één van de leukste dingen die er zijn. In Zwolle en Deventer, de Overijsselse steden waar ik mij nogal eens ophoud, bevinden zich grote boekenpaleizen waar je gerust de hele dag kunt ronddwalen. Op rustieke tafels liggen de boeken als lekkere hapjes uitgestald. Daarnaast zijn er kasten en kasten vol letters, woorden, zinnen. Ik loop daar rond als een kleuter in een snoepwinkel. Ik geniet niet alleen van de inhoud van een boek, maar ook van de vormgeving, van het kaft. Een onaantrekkelijk plaatje op de voorkant kan me weerhouden van de aanschaf.
De bibliotheek, daar doe ik niet aan. Dat is erg onduurzaam, besef ik. Als wisselgeld hol ik een paar keer vaker heen en weer naar de groenbak. Maar het idee dat iemand anders een boek al vóór mij gelezen heeft, vind ik onprettig. Een beetje alsof iemand een tijdje in een taartje heeft zitten prikken, eraan geroken en geproefd heeft, het toch niet lust en het jou serveert alsof het vers uit de doos komt. Met kranten heb ik dat ook. Soms heb ik wel eens mannetjes over de vloer met waterpomptangen en klopboormachines die mijn huis met een ingreep hier of daar behoeden voor instorten. Ik plant ze aan de keukentafel en zet koffie voor ze. Maar ik heb me nog niet omgedraaid of ik hoor het geritsel van de krant die ze even doorbladeren omdat ze er toch zitten. Dat geritsel gaat me door merg en been. Alsof iemand met z’n nagels over het bord krast.
In een boek lezend kan ik elk besef van plaats en tijd kwijtraken. ‘Je verleest je verstand’, zei mijn moeder vroeger. Het zou kunnen dat de wijsheid me daarom tussen de vingers doorgeglipt is. Hoewel je zou denken dat er toch iets beklijfd moet zijn van de wijsheid van anderen die via letters op papier tot mij is gekomen. Niemand is tenslotte wijs van zichzelf, je doet je ideeën altijd érgens op.
Het is Boekenweek. Hoewel het eigenlijk een boekentiendaagse is. De Klaagliedjes van Judith Herzberg, gebaseerd op het bijbelboek Klaagliederen, liggen op mij te wachten bij een infobalie in een der boekenpaleizen. Het gaat dienen als inspiratiebron voor toekomstige rouwredes. Beter dan de weduwe, in Klaagliedje XXXI, kan de schrijver van de speech-op-maat het niet verwoorden:
‘Ik slaap denk praat koop bied
leef loop ren rem val til en bouw
voor op door ondanks dankzij jou
en ik verlang naar jou.’

LydiaKlaagliedjes