De zomer was lang en lekker. Half augustus hadden we even een dipje, toen was het net zo koud als half maart. We deden vervroegd de kachel aan, geheel tegen alle principes in, want de verwarming brandt pas als de r in de maand is en anders trek je maar een vest aan. Maar het was vooral in de avond veel te fris en zo kon het gebeuren dat we Zomergasten keken bij de kachel, een hele nieuwe ervaring. Gelukkig hebben we nu nog een aardige nazomer. Met een beetje mazzel loopt die flink door, een eind de winter in. Zodat het straks, omstreeks half maart, net zo warm is als in augustus.
Van het woord ‘nazomer’ alleen al schieten talloos veel miljoenen in de stress. Het is een kameleontisch woord dat klinkt als zomer maar proeft als winter. Het gaat over wat ná de zomer komt en dat is nu eenmaal de winter. De buffer die ertussen zit, in de vorm van de herfst, maakt het er niet beter op. Want er zijn nogal wat mensen die er niet tegen kunnen als het gaat waaien, stormen, regenen. Die graag onder de dekens zouden gaan liggen en daar blijven om tegelijk met de krokussen pas weer bovengronds te komen. Als de blaadjes vallen, neemt de omzet van antidepressiva toe. Een onstuimige atmosfeer drijft mensen kennelijk vrij eenvoudig tot waanzin.
Ik hoor daar niet bij. In de herfst ben ik niet waanzinniger dan in andere seizoenen en van herfstblues heb ik helemaal geen last. Van blues sowieso niet, ik luister er graag naar en houd me er aan de praktiserende kant ook mee bezig als de mannen in wier band ik mag zingen een vast schema volgen van twaalf maten die per strofe worden herhaald. Als ik inmiddels nog niet heb begrepen dat blues wat hen betreft de moeder van alle muziek is, dan heb ik echt niet opgelet.
Voor mij is herfst de voorbode van de lente. Nog een korte tijd en er zijn weer tulpen. Ik verheug me erop. Dat ik me eerst door maanden vol met spinrag heen moet werken voor het zover is, hoort erbij. Met het rag heb ik overigens geen moeite. Het tiert welig aan lampen en plafonds in deze tijd van het jaar en het zit me niet in de weg. Het zijn de spinnen waar ik moeite mee heb, het is een terugkerend thema in mijn oeuvre. Gelukkig is poes (nog zo’n terugkerend thema) zwaar op dieet. Ik heb daarom goede hoop dat zij deze herfst op jacht gaat naar proteïnerijk fastfood in de vorm van kruipend gespuis met acht harige poten. Ik hoop dat ze er kilo’s van aankomt.