Blog

Hein

Wat doe je als schrijver van stukjes wanneer de dood in jouw nabijheid zo onuitgenodigd en opdringerig zijn opwachting maakt? Je doet het enige wat je kunt doen: je schrijft er een stukje over.
In het huis waarin ik opgroeide, was de dood een reguliere voorbijganger. Hij kwam aanvankelijk gelukkig niet binnen, maar maakte regelmatig een groots entree in de gemeente die mijn vader bediende. Jong en oud werd weggegrist uit het dagelijks leven. Als het weggrissen wat langer duurde en er sprake was van een lijdensweg, dan kwamen mijn vaders kernkwaliteiten naar boven. Het pastorale zat in zijn genen ingebakken. Hij zorgde ervoor dat een stervende met een gerust hart kon gaan. Ik verdenk Hein ervan dat hij ontzag had voor mijn vader. Niet alleen omdat pa zelf op wonderlijke wijze een keer of drie een bijna fataal verkeersongeluk overleefde, maar ook omdat mijn vader weet had van een geweldige toekomst waardoor de schapen van de kudde met een glimlach om de lippen het tijdelijke met het eeuwige verwisselden. Mijn vader deed graag begrafenissen omdat mensen bij die gelegenheden ontvankelijk waren voor zijn core business, in tegenstelling tot de hoogtijdagen waarop ze alleen met zichzelf bezig waren. Fluitend vertrok hij in zijn zwarte pak naar de ceremonies.
Het zijn van die gedachten die in mijn hoofd opkomen nu Hein opnieuw op de deur staat te rammen van de vesting waarin onze kleine familie zich heeft verschanst. Hij heeft zijn zinnen andermaal gezet op de verkeerde. Foute tijd, foute plaats. Bugger off, Hein! Wij bewaken de ophaalbrug en hopen dat Hein verzuipt in de slotgracht, of zijn nek breekt over zijn eigen zeis. En waarom zou hij niet? Ik geloof in wonderen, vandaag nog meer dan gisteren. We hebben maar één heel klein wondertje nodig. Dat moet toch te doen zijn. Alstublieft?

LydiaHein