Het eerste kerstpakket van het jaar is binnen. Ik heb het in dank ontvangen en met zorg naar huis gedragen. ‘Ik hoop maar dat er eten in zit’, zei puberdochter die mij ermee binnen zag komen waggelen, ‘want we hebben nu wel genoeg kaarsenstandaards, bekers, fietskaarthouders, snoeppotten en fonduepannen.’ Ze keek zorgelijk naar de ondefinieerbare massa van cellofaan en plastic snippers die ik met wijd uitgestrekte armen bij elkaar hield. Ze had geluk; er zat eten in. Niet in de zin van vezels, vitaminen en voedingswaarde, maar wel van veul, vet en volstrekt overbodig. Maar o, wat is het leuk zo’n pakketje om in rond te neuzen en er van alles uit tevoorschijn te toveren. Inderdaad komen er ook dingen uit waarvan je je afvraagt wat het in vredesnaam is, wat je ermee moet en hoe je er weer vanaf komt, maar de gedachte erachter is aardig en dat telt.
Tegelijk met het kerstpakket kwam ook een virus in ons huis terecht. Wij hoesten, proesten, niezen, blaffen als zeehonden, zijn verkouden tot de macht zoveel en nou ja, gewoon, ziek. Griep, dacht ik. ‘Lig je te bibberen in je bed?’, vroeg zus aan de telefoon. Ik piepte van nee. ‘Dan heb je geen griep’, stelde ze hardvochtig de diagnose op afstand. Maar ik had er niet bij verteld dat ik vooral niet lig te bibberen in bed omdat ik onder drie dekbedden lig, met twee kruiken en daarnaast sokken aan heb. En halverwege de nacht sta ik op om de kruiken opnieuw warm te maken. Want ik heb het echt heel k-k-koud.
Dankzij internet kun je vrij gemakkelijk je eigen diagnose stellen en even opzoeken welke oplossing erbij hoort. Wel of niet sprayen met een zoutoplossing of dampen met eucalyptus, wel of niet naar buiten, dat soort dingen. Google wist al snel het een met het ander te combineren. Heel sneaky kreeg ik ineens advertenties in beeld van vakanties naar warme oorden met de slogan ‘Lekker bijkomen!’ En vooral popten er op pagina’s waar ik even verbleef heel veel elektrische dekens op, in soorten en maten, in de aanbieding of niet, knuffeldekens, onderdekens en noem het maar op. Big brother is watching you. En big sister ook, want zij probeerde mij haar oude elektrische deken aan te smeren. ‘Zo lekker, nooit meer koude voeten.’
‘Elektrische dekens zijn voor oude mensen’, zei ik vals. Maar ondertussen is er een zaadje in mijn hoofd geplant en zie ik overal elektrische dekens. Misschien is dat een leuk idee voor in een kerstpakket. Want waxinelichtjes en gourmetstellen lopen ook in de papieren en dan is een elektrische deken wellicht toch een waardevollere aanvulling op onze huisraad en zeer welkom bovendien. Dan hoef ik al die andere dingen uit het pakket gewoon niet. Is dat een idee, kerstpakketgevers?