De kleine big was jarig en dientengevolge hadden we het jaarlijkse feestweekend bij ons thuis, met op zaterdag mijn familie en vrienden en op zondag de zijne. Beide dagen kenmerken zich door overmatig geschrans tijdens het zitten in een kring. Needless to say dat dat op zaterdag héél gezellig is en op zondag mijlenver de keel uithangt. Niets ten nadele van de in law’s, maar het is too much. Dat vindt de kleine big niet, er kan haar nooit genoeg feest zijn. Cadeaus, taart en bezoek vormen in alle gevallen wat haar betreft, dag in dag uit, een hele goede combinatie. ‘En volgend jaar weer’, besloot ze vandaag alle opruimactiviteiten (die, eerlijk is eerlijk, vooral door mij werden uitgevoerd. ) Ben ik blij dat volgend jaar nog heel ver weg is en minstens net zo blij dat er een professional komt dweilen komende week.
Feest van geheel andere aard was de ontmoeting die ik zomaar had met een domineeskind. Ik kwam hem interviewen en hij had mijn website gezien. Dat gebeurt dus zomaar als je een website hebt: mensen gaan ‘m bezoeken en vinden er wat van. Hij vond er zeker wat van, en we hebben deze week in diverse mails geconcludeerd dat we bij elkaar in goed gezelschap zijn. Plaats- en tijdonafhankelijk hebben wij ongeveer dezelfde opvoeding gehad in dezelfde sfeer, opgroeiend in een huis vol woorden, discussie en Godsbesef. Dat is het feest der herkenning. En dat maakt het zo ontzettend leuk om schrijver te zijn en in die hoedanigheid bij heel veel mensen over de vloer te komen.