Voor ik met mijn ogen had kunnen knipperen was het voorbij, de schrijfcursus in Zweden. Zes mensen waren van heinde en verre aangereisd om zich vijf dagen lang doende te houden met het schrijven van verhalen, columns, sprookjes, nieuwsberichten en noem maar op. Theorie mondde uit in opdrachten en die resulteerden in de prachtigste schrijfsels. Er zat veel talent rond mijn tafel. Mensen die elk vanuit hun eigen invalshoek aan de gang wilden met schrijven. We hebben ons geamuseerd. Ik zeg ‘we’ omdat het vanuit mijn perspectief net zo leuk was als vanuit het hunne; het bevalt me uitstekend om te ‘juffen’. Likkebaardend zat ik elke dag klaar om te lezen wat er geschreven was. De rode pen had ik vergeten, maar die bleek ook niet nodig. De creativiteit groeide en bloeide waar ik bij stond. En zij stonden er ook bij en verrasten zichzelf.
Denk niet dat we alleen hard gewerkt hebben. We hebben ook hard gelachen en veel plezier gehad tijdens uitstapjes in de buurt. Naar de Hembygdsgårds, naar Fagersta, naar het concert dat er niet bleek te zijn en op elandensafari. Acht elanden zagen we toen we gisteravond in de schemering onder begeleiding van een inlander de wildernis afstroopten op zoek naar dit unieke beest. Maar minder uniek dan ik dacht, want als je weet waar je moet zoeken, wemelt het ervan. De inlander zelf was ook behoorlijk uniek. Totaal onverstaanbaar, mijn Chinees is beter dan zijn Zweeds.
Toen was het inpakken en wegwezen geblazen, helaas. Ik dacht wel dat het leuk zou zijn om een schrijfcursus te organiseren in Zweden, maar het was nog veel leuker. Vanmiddag heb ik de laatste cursist uitgezwaaid en het licht uitgedaan. ‘Volgend jaar weer’, vond de hotelier in Tolvsbo en wie weet.