Het eindexamen komt eraan. In dochters beleving is het al achter de rug. Ze heeft zich aangemeld bij de universiteit van haar keuze, ze staat ingeschreven bij studentenhuisvestingbureaus en, belangrijker, de examenreizen (twee stuks) zijn geboekt. Ze moet natuurlijk nog wel even dat examen halen, maar dat is in haar hoofd slechts een formaliteit. Want ze is, in haar eigen woorden ‘zóóóó klaar met school’. Sinds ze 18 is en ik niet meer degene ben die haar ‘ziekmeldt’ bij Willy & Ella (zo heet het absentiepersoneel op haar school), heb ik er eigenlijk geen idee van hóe klaar ze is met school, maar ik vermoed dat ze er nog maar weinig gezien of gehoord wordt.
Maar daar is wel een goede reden voor. Mevrouw gebruikt haar tijd namelijk liever om te leren. Om stof door te spitten en zich voor te bereiden op toetsen. Ja, je leest het goed. Ik heb er zelf ook even aan moeten wennen, maar het kind dat er jarenlang een ‘hakken-over-de-sloot’-tactiek op nahield, is ineens aan het leren. Dat wil zeggen: de tv staat uit, ze heeft geen ‘oortjes’ in haar hoofd, ze zit ingespannen in een boek te turen, maakt aantekeningen en roept: ‘Ssst, mam, ik ben aan het leren!’ als ik onverhoopt een of andere opmerking maak. Of een deur open- of dichtdoe, wat inderdaad met veel gepiep gepaard gaat te onzent, want onze deuren komen nu eenmaal uit 1903.
Het heeft even geduurd, maar het lijkt alsof ze de geest heeft gekregen. Rijkelijk laat, maar met resultaat. Ineens verschijnen er andere cijfers op het elektronisch scorebord dan zesjes. ‘Daar had je wel eens wat eerder mee kunnen beginnen’, zeg ik. Ik ben tenslotte haar moeder en moeders maken graag in retrospectief dat soort opmerkingen die volstrekt zinloos zijn want er verandert niets meer door. ‘Het was niet eerder nodig’, zegt zij. En ze legt me met een handgebaar het zwijgen op. Want ze is aan het leren. Ssst.