Blog

Echte winter

Weermannen, columnisten in de krant en mensen die samen met mij wachten voor de toonbank van de groenteboer mopperen erover tegen wie het maar horen of lezen wil: het is geen echte winter. Gelukkig is er geen functionaris die hiervoor verantwoordelijk is, zoals een chef Sneeuwafdeling of manager Gladde-wegenbeleid (hoewel ik ze ervoor aanzie bij Rijkswaterstaat dat ze ergens wel zo’n mannetje hebben zitten) en dus niemand die we hiervoor in een parlementaire enquête ter verantwoording kunnen roepen. Maar de vraag dringt zich zo langzamerhand wel aan mij op wat nu een ‘echte winter’ is.
Vooropgesteld: ik heb een hekel aan de winter. Na de Kerst ben ik er wel klaar mee. En dan komen er nog twee ellendige donkere maanden waarin de vergiet waarin ik woon niet warm te stoken is, vooral niet als de wind uit het oosten komt. Bibberend zitten we op de bank onder een dekentje terwijl het om ons heen rijkelijk tocht. Het glas is dubbel, de vloer geïsoleerd evenals het enige spouwmuurtje van het huis – waarachter de kast zit waarin ik mijn werkkamer heb ondergebracht. Toch blijft het onbehaaglijk zodra het kwik daalt. De enige die daar geen last van heeft is Poes, ons harige dikkerdje, maar zij is zelf driedubbel geïsoleerd. Zij kruipt louter voor de gezelligheid onder een dekentje, of anders pontificaal voor de haard. Onze firewall op vier pootjes, waar geen sprankje warmte langskomt.
Terug naar de vraag: wat is een echte winter? Kou? Sneeuw? Vorst? IJzel? Check, check, check en check. Ik weet niet wat andere mensen onder ‘echt’ verstaan, maar voor mij is het echt. Het is een onbehaaglijke weerstoestand die de naam ‘winter’ meer dan verdient. ’s Ochtends sta ik mijn ruiten te krabben. Het duurt twintig kilometer voor de ijzigste kou verdreven is uit de auto en mijn vingers niet langer vastvriezen aan het stuur. Het huis is niet warm te krijgen. Om de haverklap valt er een lading sneeuw en code oranje vanwege de ijzel is schering en inslag. Maar wat meer is: de fruitvliegen zijn eindelijk dood. Hoe echt wil je het hebben?
Ik word door slechts één ding op de been gehouden: de gedachte aan lente. Mooie gedachten, over zon, lengende dagen, warmte op mijn kruin, zingende vogeltjes. Over drie weken is het zover, dan breekt de meteorologische lente aan. Een echte lente, daar ga ik voor. Kan ik ergens tekenen?

LydiaEchte winter