Eindelijk begint het kwik een beetje op te lopen. De sneeuwhopen in de straat zijn gereduceerd tot kleine restjes witte smurrie. Ik haal opgelucht adem en verheug me op lente en wat er verder volgt. Tegelijkertijd vertrekken hele massa’s op wintersport. Wat bezielt die mensen? We hebben wekenlang geklaagd over sneeuw. En net nu de sneeuw smelt, gaan ze op zoek naar nieuwe sneeuw. Om te skiën hoefde ik de afgelopen tijd helemaal niet naar Lech of daaromtrent, je kon zo van de dijk af roetsjen. Hup, de IJssel in, dat dan weer wel. Lach, dus.
Op weg naar een klant kwam ik een lang verloren cd tegen in de auto. Dat heb je soms zo, als je midden tussen het langzaamrijdend en stilstaand verkeer (allemaal wintersporters) beland bent, dat je ’s om je heen kijkt in je auto. Het was Stadium Arcadium van the Red Hot Chili Peppers. Met daarop het onnavolgbare ‘Snow’. We zijn er ooit met onze band aan begonnen na lang drammen van mijn kant. Maar toen we ‘m eenmaal aan het repeteren waren wist ik niet hoe snel we ‘m weer van de lijst af moesten voeren. Veel te moeilijk. Niet voor de mannen, die kunnen dat wel spelen. Maar wel voor een zangeres die nog geen twee zinnen achter elkaar kan onthouden. Het was te veel tekst voor mijn spiekbriefjes.
Bij de klant had ik ook niet veel aan mijn spiekbriefje met voorbereide vragen. Wel eens van SQL gehoord? Ik ook niet. Na een uur praten met een gesprekspartner die stilaan wanhopiger begon te kijken maar mij toch geduldig te woord bleef staan had ik nog steeds het idee dat ik naar het testbeeld zat te kijken. Het is de bedoeling dat er een verhaal uitrolt. Daar ga ik me de komende week op storten. Hopen dat het flink gaat dooien in mijn hoofd en dat er iets aanvaardbaars op papier komt. Mij benieuwen wie er dan het meest verrast is, de klant of ik.