Geld en taal hebben veel met elkaar te maken. Niet alleen omdat geld nu eenmaal duidelijke taal spreekt waar velen wel gevoelig voor zijn, maar ook omdat taalgebruik rechtstreeks invloed heeft op het bestedingsgedrag. Als mensen geïnformeerd worden over ‘rampen’, zoals gebeurt in kranten, door andere nieuwsmedia en ook bijvoorbeeld in ‘bedelbrieven’ van hulporganisaties, is de kans groot dat ze hun portemonnee trekken om financieel bij te dragen aan het oplossen van die rampen. Het omgekeerde is ook waar: spreekt het taalgebruik niet expliciet over rampen, dan is de kans klein dat mensen doneren.
De analyse van taalgebruik met behulp van algoritmes is het vak van de corpuslinguïsten, de nerds onder de taalwetenschappers. Zij kunnen op basis van nieuwsbronnen relaties aanwijzen tussen bepaald woordgebruik en historische gebeurtenissen. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat het woord ‘crisis’ een directe invloed heeft op de schommelingen op de beurs. Als we maar vaak genoeg schrijven dat we crisis hebben, dan belanden we er vanzelf in. Het omgekeerde zou ook waar kunnen zijn. Als we schrijven dat het beter gaat met de economie, dan gáát het ook daadwerkelijk beter met de economie. Bij dat laatste kunnen overigens ook psychologische factoren een rol spelen. Het is bewezen dat mensen die zich depressief voelen maar voor de spiegel hun mondhoeken omhoog trekken en naar zichzelf lachen, zich daadwerkelijk beter gaan voelen.
Ik ben tekstschrijver geworden omdat ik leuke stukjes kon tikken, maar ook omdat ik niets maar dan ook niets begrijp van wiskunde. De corpuslinguïstiek is aan mij niet besteed; ik vrees dat ik zelfs niet in staat ben helder uit te leggen wat het precies is. En dat ik de lezers van dit blog in vertwijfeling achterlaat. Toch hoop ik de boodschap over te brengen dat taal belangrijker is dan je denkt. Dat wist ik altijd wel, want hee, taal is mijn vak. Maar ik vind het fijn dat jij het nu ook weet. Met taal kun je invloed uitoefenen. Woorden maken de werkelijkheid. Van getallen kun je dat niet zeggen. Cijfers geven hooguit weer hoe de werkelijkheid eruit ziet vanuit cijfermatig perspectief.
De laatste tijd lees je veel zorgelijke berichten in relatie tot ‘onze’ komkommers, tomaten, broccoli, courgettes en andere groenten die Rusland niet in komen door de boycot. Mijn pleidooi is het om ‘boycot’ niet te ervaren als een woord dat ons rechtstreeks een nieuwe crisis inpraat met bijbehorende financiële ellende, maar als een kans om nieuwe markten te ontdekken, horizonten te verleggen, veel meer vitamines te nuttigen, gezond te zijn. Alive and kicking, voorbereid op een toekomst die er anders uitziet dan we gedacht hadden maar mooi en kansrijk. Een toekomst die we zelf maken, gedenk de corpuslinguïstiek!