Het buitenleven is prachtig. Vooral in de lente. Als de merel op mijn dak zijn winterveren opschudt en een loflied aanvangt, de bolletjes uit de grond schieten, ik lammetjes dartel zie rondspringen in de wei – daarom heet het ook ‘dartelen’; dat is de activiteit van diertjes die dartel huppelen. Dat wil zeggen: zo lang hun jonge leventje duurt, want menig lammetje krijgt een kortstondige carrière als koteletje. Gelukkig zijn lammetjes zich niet van dit toekomstperspectief bewust. Ze dartelen, of ze nu in de shoarma belanden of niet.
Los van het feit dat lammetjes eten verboden moet worden, zie ook mijn blog van vorige week, is de lente prachtig. Zo prachtig dat een mens er hevig naar verlangt als het herfst is. Natuurlijk heeft het buitenleven in dit jaargetijde ook zo z’n momentjes. Ik houd ervan om door de gevallen blaadjes te baggeren en in het herfstzonnetje te zitten uit de wind. Maar vooral houd ik ervan om te dromen over lente. Als de spinnen die nu kastelen bouwen langs mijn oprijlaan doodgevroren zijn, samen met al hun nakomelingen. Als die vreselijke beesten nou nog fruitvliegen zouden lusten! Maar nee hoor. Ik weet niet wat er precies op hun menu staat – en eigenlijk wil ik dat ook niet weten, ik doe net alsof ik ze niet bloeddorstig hoor smakken als ik langsloop – maar fruitvliegen horen daar niet bij.
Mensen die ook erg van het buitenleven houden, zijn Willem en Drees. Twee jonge mannen die, door idealisme gedreven, lokale producten bij mensen op tafel willen krijgen. Biologische producten het liefst, en van het seizoen. Omdat ik meedoe aan de postcodeloterij, louter en alleen omdat ik denk dat het niet te pruimen is als de te winnen miljoenen wel bij mijn buren belanden en niet bij mij, kreeg ik een winterpakket van Willem en Drees. Een soort kerstpakket, maar dan in oktober. Vol met dingen die best leuk zijn, maar waar ik geen behoefte aan heb en uitstekend zonder kan. Ik hoef geen knolselderij en rode kool. En rookworsten – van scharrelende weidevarkens, die helaas pindakaas, toch zijn geëindigd als worst – hoef ik al helemaal niet, zie mijn blog van vorige week.
Bij het winterpakket kwam een boekje. Zodat je weet wie de geleverde producten gemaakt of geteeld heeft. Zoals Kees en Astrid uit Rhenoy, Jan en Hans uit Strijen en Martin uit Zeewolde. Blozende mensen die genieten van het buitenleven, maar allemaal niet bij mij uit de buurt. Niks lokaals aan mijn winterpakket, derhalve. Ik stel daarom voor dat het volgende winterpakket van de postcodeloterij gewoon uit baar geld bestaat. Lokale euro’s bij mij op tafel. Ik denk dat mijn buitenleven dan pas echt kan beginnen!